Hoog tijd dat we op andere manieren met elkaar gaan praten!
Dat dacht ik, toen ik dit fantastische essay van Ursula K Le Guin las. En dan bedoel ik fundamenteel anders. Vanuit een ander paradigma.
LeGuin schrijft in haar Carrier bag theory of fiction – die zij dan weer baseert op de Carrier bag theory van Elisabeth Fischer – over hoe wij als narratieve wezens onze geschiedenis en daarmee hoe we naar elkaar kijken – en volgens mij dus ook hoe we onze gesprekken voeren – hoe wij ons laten leiden door het narratief van De Held, die met Zijn Speer, alle Ontberingen doorstaat en het Kwade Wezen, de Mammoet doorboort en overwint. Het narratief waarbij de spanning die voortkomt uit tegenstelling, uit het goed versus kwaad, het juist en fout, of uit het toch doen van het schijnbaar onmogelijke – hoe die spanning onze aandacht voedt, ons doet slurpen van de inhoud en ons na de katharsis, heerlijk voldaan de lippen doet aflikken. Hèhè dat liep goed af, mmmmm.
Spanningsjunkies zijn we.
LeGuin pleit voor een ander soort verhaal, voor het verhaal van dragen en verdragen, van zijn en ontwikkelen, van meemaken, ervaren en weer loslaten. Het levensverhaal. Ze geeft aan hoe onze (oer-)geschiedenis en wie wij zijn en hoe we samen zijn eerst en vooral wordt gekenmerkt door ‘het verzamelen in iets dat het draagt’. Van bessen, van granen en baby’s. Die we dragen in een mand, in een zak, in dat waarin je kan verzamelen, meenemen, bewaren, koesteren. En hoe we bij uitbreiding kunnen verhalen over dat dragen, verdragen en samenbrengen van elkaar, van ons, van onze ideeën, beelden, uitingen van gevoelens. Alleen vertelt dat niet zo lekker. Dat benoemen mist spanning. “Zie hoe zij met haar mand door het gras liep. Ze plukte enkele bessen en deed die erin. Op haar rug hing haar baby in een draagdoek te slapen. Ze kwam een ander tegen en ze zeiden hallo.”
Voel je het verschil? En toch – zo zegt Le Guin en ik volg – in de ‘mandversie’ van wat er gebeurt zit zoveel leven, energie en mogelijkheden verscholen.
Ook in de manier waarop we veel van onze gesprekken voeren – en zeker de openbare, zeker die gesprekken die voor meerdere mensen luisterwaardig zouden zijn – is doordrenkt door ons narratief van de Held, zijn Speer enzovoort. Debatten zijn er om te winnen, uitspraken dienen niet het gesprek, maar mobiliseren een achterban, we kijken naar die Grote Uitdagingen (want wanneer we ze overwinnen, zijn we de Held), … Maar wat zouden we vinden, zien en horen als we spraken vanuit een Carrier Bag Oogpunt: dat we inzichten verzamelen, waarbij we verschillen dragen en verder dragen, waarin we wijsheid zoeken in iedere uitspraak zoals in iedere bes die wordt geplukt. Dat we perspectieven uitwisselen, onderzoeken, verder bekijken. Volledig uitgaan van verrijking en zonder De Ander ten gronde te richten of zelf als Overwinnaar uit de bus te komen.
Wat zou er kunnen gebeuren als we nog veel meer en heel bewust inzetten op die vorm van gesprekken?