Dramaturgie van het wantrouwen

Woorden zijn handelingen leerde mijn lerares Nederlands me al op de middelbare school. Bij een toneelstuk zie je dat heel duidelijk. Uitspraken door personages stuwen het drama voort. Wat je zegt tegen of over de ander en vooral HOE je dat zegt is een handeling. Het zet iets in beweging: de ander gaat zich er naar gedragen. De onzichtbare structuur die onder de uitspraken in een toneelstuk ligt, noemen we dramaturgie. En ik hoor nu al 2 dagen een dramaturgie van wantrouwen op de radio.

De federale regering, maar ook werkgeversorganisaties spreken over het wegvallen van het ziektebriefje van één dag: de één hamert hier minzaam op ‘vertrouwen’ en de ander spreekt over ‘misbruik’, ‘snipperdagen en ‘daguitstap’. Bij het opvolgen van langdurig zieken spreekt men dan weer over ‘sancties’ ‘ze moeten wel meewillen’, ‘als je het niet aanvaardt, dan, …’

Het is een toneelstuk dat niet alleen uitgaat van wantrouwen, maar het ook kweekt! Ik word koud van binnen, want ik voel ‘ik word hier aangesproken en wie zou ik dan zijn? Welke rol krijg ik hier toebedeeld?’

We zijn geneigd om te handelen volgens de rol die we opgeplakt krijgen. Ook dat zie je goed in het theater: doe een acteur een bepaalt kostuum aan en hij gaat zich naar dat kostuum voortbewegen, ernaar spreken, zich een passende houding aannemen. Uitspraken over mensen of implicaties in die uitspraken werken als zo’n kostuum. In de manier waarop we anderen bejegenen kennen we rollen toe. In wat ik deze dagen hoor bijvoorbeeld: De pootje-lichter, De leugenaar, De profiteur, De onwillige, … En vervolgens zie je meer van die rollen in je samenleving ontstaan.

Dus nee, wat je zegt en hoe je spreekt tegen of over een ander is alles behalve onschuldig, of enkel ‘politieke retoriek’. Onze manier van spreken bepaalt mee volgens welke dramaturgie we willen samenleven en daarmee welke kant het drama uit gaat. Hoe we met elkaar en over elkaar spreken bepaalt de basis van waaruit we met elkaar omgaan. En ik zou alvast graag een andere basis hebben. Wat denk jij?

“Vonn’s aanpak was professioneel, verbindend en prettig, maar ook doortastend, richtinggevend en resultaatgericht. Bovendien heeft ze echt feeling met de culturele sector, de stedelijke uitdagingen en de veelzijdigheid in gebruikers.”

“Vonn’s aanpak was professioneel, verbindend en prettig, maar ook doortastend, richtinggevend en resultaatgericht. Bovendien heeft ze echt feeling met de culturele sector, de stedelijke uitdagingen en de veelzijdigheid in gebruikers.”